De complementaire geneeskunde (oude geneeskunde) werkt aanvullend op de reguliere geneeskunde. Het meest wezenlijke van de complementaire geneeskunde is de benadering van ziekte als signaal van een verstoring van de gehele mens. De therapie is dus altijd op deze totaal-visie gebaseerd.

De complementaire geneeskunde werkt volgens de volgende natuurwetten

1. Zonder natuur vreemde stoffen.
2. Therapie en middelen werken langzaam, mild en regulerend.
3. Middelen en therapie werken op het hele systeem van de mens.
4. Pak de oorzaak aan i.p.v. de kwaal.

Gelukkig zijn er(reguliere) artsen die weer terug gaan naar de basis. Die door hadden dat ze niet meer de mensen aan het genezen waren. Denk hierbij aan Henk Fransen, Richard de Leth en Hans Moolenburgh die nog op zeer hoge leeftijd nog actief was. Nieuwkomers zijn ook huisartsen die het op de oude en nieuwe boeg gooien (arts en leefstijl), Marije Berkelaar (eerste huisarts zonder medicijnen), Drs. Lieneke van de Griendt schreef een boek, ‘Studeerden wij medicijnen of geneeskunde?’, 

Helaas spelen er andere belangenverstrengelingen ook mee, in onze maatschappij die het tegen werken. Denk hierbij aan de marktwerking in de zorg, farmacie en verenigingen zoals; 'tegen kwakzalverij' en onze eigen overheid. Die de juiste genezing van de mens tegen werken. Maar we zien ook in deze 21ste eeuw dat er een verandering-verschuiving bij de mens plaats vind. Men wordt bewust om gezonder te gaan leven, zodat je op de oude dag nog zelf vooruit kan. 

Wanneer wij alle deze stap zetten, volgt de rest vanzelf. Dan gaat de levensmiddelen industrie op inspelen. Zij willen geld aan je verdienen. U vraagt wij draaien.