Zwarte zalven, ook wel donkere smeersels genoemd, bestaan al sinds de middeleeuwen. Ze werden veelvuldig toegepast in de volksgeneeskunde en waren samengesteld uit een mix van natuurlijke ingrediënten zoals harsen, teer, koolstof (houtskool of lampenzwart), vetten, kruiden en mineralen.


Zwarte zalven of donkere smeersels bestonden al in de middeleeuwen en later. Ze werden vaak gebruikt in de volksgeneeskunde en bestonden uit een mengsel van natuurlijke ingrediënten zoals harsen, teer, koolstof (houtskool of lampenzwart), vetten, kruiden en mineralen.
Hier zijn een paar voorbeelden:
- Trekzalf of “black salve”
Deze zalf werd gebruikt om splinters, steenpuisten, abcessen en zelfs tumoren “uit te trekken”.
Ingrediënten konden zijn: bloedwortel (Sanguinaria canadensis), zinkchloride, teer, bijenwas, en kruiden.
In de moderne tijd is “black salve” controversieel geworden omdat het weefselverwoestend kan zijn; in sommige landen is het zelfs verboden als kankerbehandeling.
- Teerzalven
Berkenteer of houtteer werd gemengd met vet en gebruikt voor huidinfecties, schurft, of wondbehandeling.
Deze zalven waren zwart of zeer donker van kleur door de teer.
- Koolstofzalven
Fijn gemalen houtskool (actieve kool) werd gemengd met vet of olie om gifstoffen uit wonden te trekken.
Deze zalven hadden een zuiverende en absorberende functie.
- Zalven met lood of zwavel
In de vroegmoderne tijd werden ook zware metalen zoals lood en kwik gebruikt in zalven, vooral tegen syfilis en huidziekten.
Sommige van deze mengsels waren donker van kleur, maar giftig bij langdurig gebruik.
- Volksrecepten
In veel streken kenden mensen hun eigen varianten, vaak doorgegeven via vrouwenlijnen of kruidenvrouwtjes. De samenstelling varieerde enorm per regio en tijd.
Reconstructie van een Zwarte Volkszalf (“Trekzalf”)
Ingrediënten (traditioneel en historisch):
- Berkenteer – 2 delen
Werkzaam tegen schurft, eczeem, wondinfecties; geeft de zalf zijn zwarte kleur en antiseptische eigenschappen.
- Bijenwas – 1 deel
Dient als bindmiddel en verzachter voor de huid.
- Varkensvet of ganzenvet – 2 delen
Draagt de werkzame stoffen en houdt de zalf smeerbaar.
- Houtskool (fijngewreven) – 1 deel
Werkt zuiverend en absorberend bij zweren en abcessen.
- Weegbreeblad (gedroogd en fijn) – 1 deel
Ontstekingsremmend, wondhelend.
- Goudsbloem (Calendula) – 1 deel
Wondhelend en antiseptisch.
Bereidingswijze (traditioneel):
- Smelt het vet en de bijenwas samen au bain-marie.
- Voeg de berkenteer toe en roer goed door.
- Voeg vervolgens de houtskool en kruiden toe; laat alles zacht trekken op laag vuur (niet koken).
- Zeef het mengsel (optioneel) en giet in potjes.
- Laat afkoelen en bewaar koel en donker.
Toepassing:
Uitwendig aangebracht op etterende wonden, steenpuisten, splinters of insectenbeten. Afgedekt met een doek of linnen lapje.
In de volksmond werd het vaak een “trekzalf” genoemd, vanwege het geloof dat het ‘het kwaad uit de huid trok’.
Reactie plaatsen
Reacties